Het Kaukasische Schaakspel
- Jean-Eric Media
- 21 okt 2022
- 3 minuten om te lezen
Geschreven op 21 oktober 2022
Op 1 oktober verschijnt er kort voor middernacht een gruwelijke video op een Azerbeidzjaans Telegram-kanaal. Acht Armeense soldaten, ongewapend en vastgebonden, worden geëxecuteerd door Azerbeidzjaanse troepen. De video duurt slechts veertig seconden, maar maakt pijnlijk duidelijk dat het conflict om Nagorno-Karabach allesbehalve bevroren is.
Wat voor de buitenwereld een ‘vergeten conflict’ lijkt, is in werkelijkheid een bloedige inzet in een groot geopolitiek schaakspel waarin Rusland, Turkije, Iran en nu ook de Europese Unie een rol van betekenis spelen.
Stalins explosieve erfenis
Nagorno-Karabach is een bergachtig gebied ter grootte van Noord-Brabant, gelegen in de Zuidelijke Kaukasus – strategisch ingeklemd tussen Europa, Azië, Rusland en het Midden-Oosten. In de jaren ’20 van de vorige eeuw gaf Sovjetleider Stalin het gebied – bewoond door etnische Armeniërs – onder bestuur aan Azerbeidzjan. Het was een bewuste verdeel-en-heers-strategie. Toen de Sovjet-Unie in 1991 uiteenviel, claimde Karabach onafhankelijkheid. Armenië steunde die claim, met oorlog tot gevolg. Armenië won, bezette omliggende regio’s, en verdreef honderdduizenden Azeri’s.
Maar die overwinning bleek tijdelijk.
De revanche van Azerbeidzjan
In 2020, na decennia van opbouw en dankzij inkomsten uit olie en gas, viel Azerbeidzjan met militaire overmacht Karabach opnieuw binnen. Steun kwam uit Turkije, Israël, en via ingehuurde Syrische strijders. Armenië, dat rekende op steun van Rusland, bleef geïsoleerd achter.
Na zes weken oorlog bemiddelde Poetin een wapenstilstand. Azerbeidzjan heroverde grote delen van Karabach en Russische troepen werden gestationeerd als ‘vredesbewakers’. Daarmee vergrootte Rusland opnieuw zijn invloed in de regio – ten koste van het Westen, dat aan de zijlijn stond.
Een nieuwe realiteit
De Russische inval in Oekraïne in 2022 veranderde het spel. De Russische focus verschoof, vredestroepen werden teruggetrokken, en Azerbeidzjan greep zijn kans. Op 13 september vielen Azerbeidzjaanse troepen Armenië aan, ditmaal ook buiten Karabach. Rusland reageerde niet. President Macron wél: hij veroordeelde Azerbeidzjan en beschuldigde Rusland van destabilisatie. De Verenigde Staten stuurden Nancy Pelosi als teken van solidariteit.
Intussen worstelt Europa met een energiecrisis. De gasdeal met Azerbeidzjan werd in juli 2022 met veel ceremonie ondertekend. Mensenrechtenorganisaties waarschuwen: Europa ruilt de ene autocratische leverancier (Rusland) in voor een andere.
Europa ontwaakt
De escalatie in de Kaukasus heeft de Europese Unie gedwongen tot actie. Tijdens een top in Praag op 6 oktober 2022 spraken de leiders van Armenië en Azerbeidzjan met Macron en EU-Raadsvoorzitter Charles Michel. Voor het eerst lijkt de EU een actieve bemiddelingsrol op zich te nemen. Een Europese waarnemingsmissie van veertig personen werd aan de Armeense grens gepositioneerd.
Dat Europa deze rol nu pas speelt, is het gevolg van decennia van geopolitieke terughoudendheid. Maar het gat dat Rusland achterlaat, moet worden opgevuld. Alleen zo kan stabiliteit terugkeren in de regio.
Een broos optimisme
De situatie blijft explosief. Azerbeidzjan blijft voorwaarden stellen: volledige integratie van Armeniërs in Azerbeidzjaanse structuren, terugtrekking van Armeense troepen, en een transitcorridor naar de exclave Nachitsjevan. Armenië verzet zich hevig tegen deze eisen.
Toch zijn er hoopvolle tekenen. Beide landen stemmen in met EU-bemiddeling. Iran, dat Armenië steunt, verhoogt zijn militaire druk aan de grens met Azerbeidzjan. En de Turkse president Erdoğan sprak voor het eerst in jaren rechtstreeks met zijn Armeense ambtsgenoot.
Strategisch schaakmat?
Nagorno-Karabach blijft een speelveld waarop meerdere machten elkaar treffen. Rusland verliest greep, Turkije en Iran willen invloed, en de Europese Unie wordt gedwongen tot volwassen geopolitiek. Het conflict is daarmee een test voor de EU als strategisch speler in haar directe periferie.
Macron stelde eerder dat “onze waarden niet te koop zijn voor gas.” Maar in de praktijk moet de EU nu bewijzen of ze principieel én strategisch kan handelen – een cruciale vaardigheid in een wereld waarin macht en moraal zelden samenvallen.



Opmerkingen