Europa: verblind door het verleden?
- Jean-Eric Media
- 3 mei
- 5 minuten om te lezen

De Amerikaanse regering, vertegenwoordigd door Marco Rubio (minister van Buitenlandse Zaken), spreekt van 'vermomde tirannie'. Elon Musk noemt het zelfs een extreme aanval op de democratie. Deze scherpe kritiek van "the leader of the free world" is niet gericht op Irak of Somalië, maar – opvallend genoeg – op onze oosterbuur, Duitsland. Aanleiding is het recente besluit van de Duitse inlichtingendienst om de partij AfD als extreemrechts te bestempelen.
De opmars van de AfD
"Deze beslissing is juist bedoeld om onze democratie te beschermen," luidt de reactie van de Duitse overheid. Wat zich hier afspeelt, is een debat op meta-niveau: een Amerikaanse regering die volgens critici de fouten uit het verleden dreigt te herhalen, terwijl Duitsland juist bijna obsessief probeert diezelfde fouten te vermijden vanwege zijn eigen tragische geschiedenis. En precies dat dilemma speelt zich ook af in mijn hoofd. Het is een ongemakkelijk dilemma, want elke keuze heeft mogelijk desastreuze gevolgen. Geven we ruimte aan intolerante partijen uit angst om repressief te lijken – of worden we zélf de intolerante stem, het spook uit datzelfde verleden, door tegengeluiden uit te sluiten?
De Alternative für Deutschland (AfD) werd tot voor kort afgedaan als radicale schreeuwers aan de zijlijn; inmiddels staat de partij bovenaan in de Duitse peilingen. Hoe kon dit gebeuren? In mijn recente analyse, die je hier kunt terugkijken, ga ik hier dieper op in. Tegelijkertijd groeit niet alleen de invloed van de AfD, maar ook de roep om een partijverbod. De parallellen met het politieke klimaat in Frankrijk, het andere fundament onder ons Europa zijn treffend. En dat is zorgwekkend, want instabiliteit in zowel Frankrijk als Duitsland zou rampzalig zijn.
De misrekening van Mitterrand
Om dit dilemma te begrijpen, moeten we terug naar Frankrijk in de jaren 80. Toen president François Mitterrand in 1983 een strategische keuze maakte: hij vroeg de media expliciet ruimte te geven aan "minderheidsgeluiden" – zoals Jean-Marie Le Pen, leider van het toen marginale Front National. Mitterrand dacht slim te zijn, in de veronderstelling dat Le Pen zichzelf belachelijk zou maken. Het tegenovergestelde gebeurde: de provocateur kreeg podium. Hierdoor veranderde een partij die slechts een paar procent van het Franse electoraat vertegenwoordigde, het politieke speelveld voorgoed. De provocaties, het nationalisme en het aanwijzen van ‘buitenlanders’ als zondebokken werden steeds meer – om het in goed “Frans” te zeggen – salonfähig. Zijn dochter Marine Le Pen professionaliseerde de partij verder, gaf het een respectabeler gezicht en nu? De ideologie van Le Pen "juniorette" is inmiddels uitgegroeid tot de grootste politieke stroming van Frankrijk. Op 1 april besloot de Franse rechtbank echter Marine Le Pen uit te sluiten van deelname aan de presidentsverkiezingen vanwege fraude met Europese subsidies.
Herkenbaar patroon
Vergelijkbare situaties zagen we recent ook in Roemenië, waar een presidentskandidaat werd uitgesloten vanwege vermeende banden met Rusland. In de Verenigde Staten domineerden rechtszaken tegen Donald Trump het politieke debat, met pogingen om hem via juridische procedures uit te sluiten van deelname aan het kiesproces. Hoewel de contexten en motieven uiteenlopen – fraude in Frankrijk, veiligheidszorgen in Duitsland, buitenlandse beïnvloeding in Roemenië en strafzaken in de VS – tekent zich een herkenbaar patroon af: telkens wanneer radicaal-rechtse kandidaten aan de macht dreigen te komen, worden ze via juridische wegen bestreden. Omdat de radicaal-rechtse ideologie haaks staat op de dominante links-liberale mainstream, vermoeden critici dat er politieke motieven in het spel zijn. In de VS is deze tegenbeweging inmiddels zelfs dominant geworden, en zoals zo vaak gebeurt, zijn de Verenigde Staten ons voorland. En dat vooruitzicht maakt de steeds terugkerende Europese vraag actueler dan ooit: beschermen we de democratie, of bevestigen we juist het wantrouwen dat veel burgers al langere tijd koesteren?
Red flags
En hier begint ook mijn innerlijke tweestrijd. Als historicus weet ik hoe ideologieën kunnen ontsporen. De NSDAP van Hitler kwam immers via democratische weg aan de macht, wat pijnlijk duidelijk maakt hoe kwetsbaar een democratisch systeem is wanneer het van binnenuit verziekt raakt door angst en frustratie. Dat spook uit het verleden hangt al tachtig jaar rond boven Europa — als het zwaard van Damocles, of als de allegorie van Plato's grot. Toch bewijst de geschiedenis één constante: ondanks dat het inmiddels acht decennia geleden is, Europa vervalt steeds weer in intolerantie en conflict. We willen leren van het verleden, om Damocles te slim af te zijn. Maar wat als we ons zó krampachtig aan die lessen vasthouden, dat we – net als de grotbewoner van Plato – blind zijn geworden voor de werkelijkheid van vandaag?
De AfD, de Trump-beweging en het Rassemblement National weten binnenlandse angsten en frustraties effectief – zij het omstreden – te koppelen aan externe factoren zoals immigratie en de Europese Unie. Dat kun je zien als een 'red flag'. Maar als democraat voel ik twijfel. Want wie is uiteindelijk minder te vertrouwen – de partij of de eigen burgers? Kunnen we ons niet beter richten op de gevaren van totalitarisme en massavorming, in plaats van op een ideologie op zich? Wat dat betreft, is het verbieden van politieke tegengeluiden of presidentskandidaten misschien wel de échte 'red flag'.
Oude symbolen
En tot slot: geschiedenis herhaalt zich nooit precies hetzelfde. We blijven zoeken naar een nieuwe 'Hitler' of een nieuwe 'Chamberlain', maar juist door ons vast te klampen aan die bekende dreigingsbeelden, lopen we het risico nieuwe, subtielere gevaren over het hoofd te zien. Het is goed mogelijk dat toekomstige generaties ons niet zullen herinneren om de parallellen die wij meenden te zien, maar om de keuzes die we maakten rond iets wat we toen nog niet volledig begrepen.
Toch is er één duidelijke en verontrustende gelijkenis met de jaren dertig. We bevinden ons in een tijd waarin oude zekerheden – internationale instellingen, geopolitieke verhoudingen, globalisering en zelfs de liberale democratie – steeds verder afbrokkelen. In deze ideologische woestijn zoeken we naar een nieuw paradigma. En de geschiedenis leert dat juist in zo'n context onvoorspelbare en radicale wendingen kunnen plaatsvinden. Oplettendheid is dus essentieel. Dat betekent niet dat we obsessief parallellen met het nazisme moeten trekken, maar dat we (zelf)kritisch en met een helikopterblik naar onze maatschappij en politiek kijken. Enkele vragen die dan opkomen:
Wat als de radicalisering en het luider wordende tegengeluid van de mainstream deels te wijten is aan diezelfde mainstream?
Wat als deze beweging een symptoom is van een democratisch systeem dat te lang ongevoelig bleef voor sociaaleconomische pijn en identiteitsvragen? Waarom is er nooit een geloofwaardig alternatief geboden aan de tegenstem?
Wat als een verbod op partijen als de AfD dit geluid juist versterkt, omdat het bevestigt wat veel kiezers al vermoeden: "De gevestigde orde duldt geen tegenspraak"?
En wat als het zwaard van Damocles alsnog valt, omdat we – als gevangenen in Plato's grot – alleen maar naar oude Tweede Wereldoorlogfilms bleven kijken?



Opmerkingen